Het Dal van Bajdaar
Ik geef mijn paard de sporen en jaag het door de stormen;
Bossen, valleien, rotsen, opvolgend, in een stortvloed
Zij schieten langs mijn benen terwijl ik razend voort moet;
'k Wil mijn geest verliezen, in deze kolk van vormen.
En als 't onwillig paard aan mijn bevel wil tornen,
De bonte wereld kleur verliest in het dodelijk duister,
Zien mijn brandende ogen, als gebroken spiegels ontluisterd
In 't gestorven bos slechts het gekruip van wormen.
Stilte nu, ik vat geen slaap, ik zoek de rust aan 't strand
Donker en krom gebogen raast een golf naar voren,
Ik richt naar haar mijn blik, ik reik naar haar mijn hand,
Dan slaat zij op mijn ogen, 't schuim spoelt in mijn oren;
Ik wacht; als een bootje door een maalstroom overmand,
Heeft nu mijn geest even de herinnering verloren.
Vertaling: Jan van Hulten
Listen to this poem in Polish.
Voiced by: Michał Chwiołka
Ik heb een verhaal bij dit gedicht
Heeft dit gedicht een speciale betekenis voor jou? Herinner je nog wanneer je het voor het eerst hoorde bijvoorbeeld? Of ben je het ooit ergens onverwachts tegengekomen? Laat het ons weten op muurgedichten@taalmuseum.nl! We voegen jouw verhaal graag toe aan deze website.
Adam Mickiewicz in Leiden
Photo Anoesjka Minnaard
Bajdary
Wypuszczam na wiatr konia i nie szczedze razów;
Lasy. doliny, glazy, w kolei, w natloku
U nóg mych plyna, gina, jak fale potoku;
Chce odurzyc sie, upic tym wirem obrazów.
A gdy spieniony rumak nie slucha rozkazów,
Gdy swiat kolory traci pod calunem mroku,
Jak w rozbitym zwierciedle, tak w mym spieklym oku
Snuja sie mary lasów i dolin, i glazów.
Ziemia spi, mnie snu nie ma; skacze w morskie lona,
Czarny, wydety balwan z hukiem na brzeg dazy,
Schylam ku niemu czolo, wyciagam ramiona,
Peka nad glowa fala, chaos mie okrazy;
Czekam, az mysl, jak lódka wirami krecona,
Zblaka sie i na chwile w niepamiec pograzy.
Bajdary
I whip my horse into the wind and see
Woods, valleys, rocks, tumbling and tussling, agleam,
Flow on and disappear like the waves of a stream:
I want to be dazed by this whirlpool of scenery.
And when my foaming horse will not obey,
When the world grows colorless caught in a dark beam,
Woods, valleys and rocks pass in a bad dream
Across the broken mirror of my parched eye.
Earth sleeps, not me. I jump in the sea's womb.
The big black wave roars as it rushes ashore.
I bend my head, stretch out like a bridegroom
Toward the wave breaking. Surrounded by its roar
I wait till whirlpools drive my thoughts to doom,
A boat capsized and drowned: oblivion's core.
Translation: Five Centuries of Polish Poetry