Verlaine
De wereldwijzen zijn de onwijsten,
De onnoozle flinken, die vanzelf
Zich wringen in de krapste lijsten,
Zich krommen onder elk gewelf
Wat geeft het lot aan de gedweesten,
De dienenden mèt heug en meug?
Een vorm, gebootst op geijkte leesten,
Een muffe bete, een zure teug.
De wereld is een sluw belover,
Een bieder vol arglistigheid;
Maar slaat gij toe - gij houdt niets over:
Gij zijt èn koop èn koopsom kwijt.
Waarom dan 't hart te laten derven,
Den weg langs naar het eind der reis,
En niet gelijk Verlaine sterven,
Dichter en dronken, vuil en wijs?
Beluister dit gedicht in het Nederlands.
Stem: Lex van Iterson
Ontdek dit gedicht in een minuut
De gedichten van J.C. Bloem worden bijna altijd beheerst door verlangen. Bijvoorbeeld het verlangen naar onbereikbaar geluk dat het leven beheerst totdat de dood volgt. In dit gedicht, dat hij rond zijn 50e schreef, lijkt hij zich af te vragen waarom we ons eigenlijk voegen naar de wetten van de wereld, als we daarmee onze verlangens niet kunnen vervullen. Kunnen we dan niet beter kort en heftig leven?
Meer weten? Je kunt op deze website het gedicht beluisteren, je verdiepen in de totstandkoming en de maker en ontdekken wat Leidenaren ervan vinden.
J.C. Bloem
Oudshoorn 1887 - Kalenberg 1966
Jeugd
Jacques Bloem kwam uit een familie van belangrijke bestuurders. Zijn vader was burgemeester van Oudshoorn en zijn grootvader was enkele jaren minister van financiën. Toen zijn grootvader stierf liet hij een flink kapitaal na en verhuisde de familie Bloem naar Amersfoort. Het kapitaal werd echter door de vermogensbeheerder verspeeld. Vader Bloem moest weer aan de slag als burgemeester, ditmaal in Hardenberg. Al die tijd werd J.C. Bloem erg beschermd opgevoed, waardoor hij later over zijn jeugd sprak als een ‘verloren paradijs’.
Carrière
J.C. Bloem studeerde rechten in Utrecht en publiceerde tijdens zijn studietijd zijn eerste gedichten. Na zijn studie was hij rusteloos en hopte hij van baan naar baan. Hij was onder andere gemeentesecretaris, redacteur bij NRC en griffier bij de rechtbank. Het aanbod om zijn vader op te volgen als burgemeester in Hardenberg weigerde hij. Voor Bloem was werken een noodzakelijk kwaad; liever las hij boeken en schreef hij gedichten. Als werknemer kwam hij dan ook vaak in conflict.
Verlangen
J.C. Bloem hechtte aan hiërarchische maatschappelijke structuren en was politiek ronduit conservatief. In zijn latere jaren trok hij zich terug uit de maatschappij en schreef hij enkel nog gedichten. Zijn hele carrière bleef hij trouw aan het thema ‘onvervuld verlangen’, al schreef hij toen hij ouder werd ook vaker over de vergankelijkheid van het leven.
Waar gaat dit gedicht over?
J.C. Bloem opent het gedicht Verlaine met een schijnbare tegenstelling: degenen met de meeste kennis van de wereld zouden tegelijkertijd ook degenen zijn die het meest onwijs zijn. Bloem legt dit uit. Diegenen die kennis van de wereld hebben, bijvoorbeeld omdat ze veel hebben gestudeerd en diploma’s hebben behaald, hebben zich doorgaans moeten voegen naar allerlei regels. Eigenlijk zijn ze dus in hun vrijheid beknot, ze kunnen zelfs bekneld raken.
Veilige keuze
Hij vraagt zich in de tweede strofe af wat het lot in petto heeft voor deze brave, meegaande mensen, ‘de dienenden mèt heug en meug’. Het antwoord is weinig aanlokkelijk: ze krijgen een gestandaardiseerde vorm, het gemiddelde, terug. Bloem ziet dit als iets negatiefs: hij omschrijft het als ‘muf’ en ‘zuur’.
Risico
Wie zich wel vol in het leven stort, krijgt daarvan ook de rekening gepresenteerd. Bloem maakt het niet mooier dan het is: er wordt in de wereld veel beloofd en veel aangeboden, maar weinig teruggegeven. Velen zijn sluw en doortrapt, waardoor degene die zich in het diepe stort, vaak met lege handen achter blijft. Dat velen de veilige weg kiezen, hoeft niet te verbazen. Maar het leidt ook tot veel verlangen.
Verlangen
Neem de Franse dichter Verlaine, die compromisloos leefde en eenzaam en arm stierf, maar tegelijkertijd de vrijheid nam om zijn eigen weg te kiezen en daarbij de mooiste verzen maakte. Pleitte zijn voorbeeld er juist voor verlangens wél te vervullen, los van de prijs die daarvoor wordt betaald? Zijn we niet gelukkiger en wijzer als we het leven ten volste leven en dan sterven, in plaats van ons te conformeren en als een nachtkaars uit te gaan? Het vraagteken achter ‘wijs’ laat de mogelijkheid open dat Verlaine, die zijn eigen pad baande, misschien wel meer leerde dan welke studiebol ook.
Ontstaan van dit gedicht
De Franse dichter Paul Verlaine (1844 - 1896), waar dit gedicht over gaat, gold aan het eind van zijn leven als de bohemien-kunstenaar bij uitstek. Zijn compromisloze levenshouding inspireerde vele dichters, waaronder J.C. Bloem. Bloem bezat een portret van Verlaine, was goed bekend met zijn werk en schreef meerdere keren over de Franse dichter. Dit muurgedicht schreef hij rond 1938; in de zomer van dat jaar werd het gepubliceerd in een tijdschrift.
Ik heb een verhaal bij dit gedicht
Heeft dit gedicht een speciale betekenis voor jou? Herinner je nog wanneer je het voor het eerst hoorde bijvoorbeeld? Of ben je het ooit ergens onverwachts tegengekomen? Laat het ons weten op muurgedichten@taalmuseum.nl! We voegen jouw verhaal graag toe aan deze website.
J.C. Bloem in Leiden
Foto Inge Harsten
J.C. Bloem leefde van 1900 tot 1905 in Leiden op de Langebrug 107. Op die plek realiseerde Stichting TEGEN-BEELD in 1993 dit muurgedicht. Het was het 10e muurgedicht in de stad. In de loop der tijd is het muurgedicht helaas overwoekerd geraakt door klimop en zodanig beschadigd dat het nu niet meer te zien is.
Let op: dit gedicht is helaas niet meer goed te zien. Mogelijk wordt het in de toekomst gerestaureerd.
Citaten
Poëzie is iets om schoolkinderen mee te pesten.
J.C. Bloem
Wat geldt mijn hunkeren van nacht en dag?
Een wereld waar niets moet en alles mag
J.C. Bloem
Wist je dat?
- Er is ook een Latijnse vertaling van dit gedicht. J.C. Arens maakte deze en gaf hem aan J.C. Bloem op 14 februari 1957.
- Er was ook een gedicht van Paul Verlaine te vinden op de Leidse muren: Chanson d’Automne. Momenteel is het niet te zien, maar het staat op de nominatie om te worden gerestaureerd.
- Verlaine en Bloem hebben elkaar nooit ontmoet. Wel logeerden ze beiden ooit een periode in het Witsenhuis in Amsterdam.
- J.C. Bloem schreef het bekende gedicht De Dapperstraat, met daarin de regel: ‘domweg gelukkig, in de Dapperstraat’.
- Op het graf van J.C. Bloem staat de dichtregel ‘Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij’, uit zijn gedicht Herinnering.
Dit gedicht is op muziek gezet door de Leidse band Street Fable.
Meer weten?
Dit gedicht is geschreven door Chris Flinterman in samenwerking met het Taalmuseum. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
- Literatuurmuseum.nl over J.C. Bloem
- Koninklijke Bibliotheek over J.C. Bloem
- Bloem, J.C. Gedichten: Deel 2, Apparaat en commentaar. Historisch-kritische uitgave. Verzorgd door A.L. Sötemann en H.T.M. van Vliet. Amsterdam 1979.