Ode aan de vreugde
John James, 14,
weigerde zijn geweten te verkopen
om een onschuldige aan te geven.
Vastgebonden aan een stoel; ze nagelden z'n penis
aan de tafel
met een spijker van vijftien centimeter
en lieten hem daar achter
druppend
tot de dood
3 dagen later.
De dood riskerend - een onbetekenende daad
bij de moed van dit kind -
zongen we:
Oje wai wai,
Moje oje wai, wai.
Gebelgd
ondernamen ze een
moordtocht.
Geweren
messen
knuppels
zelfs traangasgranaten
dichtbij of direct
in monden ontstoken, zullen
je achterhoofd
eraf blazen
en velen
stierven zingend
die nacht.
Noten bij verrassing
gegrepen,
wachtend
terwijl klappen bebloede monden
tot stilte stolden.
Vertaling: Jabik Veenbaas
Is Nigeriaans Engels jouw moedertaal en wil je dit gedicht inspreken? Neem dan contact met ons op via muurgedichten@taalmuseum.nl!
Ontdek dit gedicht in een minuut
Chris Abani, Nigeriaans dichter en schrijver, tovert met taal om zijn stem te laten horen. Zijn gedichten werden hem niet in dank afgenomen, meerdere keren belandde hij ervoor in de gevangenis. Daar werd hij mishandeld en zag hij mensen op gruwelijke wijze gemarteld worden. In Ode to joy vertelt hij het verhaal van een 14-jarige jongen die op een verschrikkelijke manier aan zijn eind komt: vastgespijkerd aan zijn genitaliën bloedt hij na drie dagen dood.
Meer weten? Je kunt op deze website het gedicht beluisteren, je verdiepen in de totstandkoming en de maker en ontdekken wat Leidenaren ervan vinden.
Chris Abani
Afikpo 1966
Chris Abani is schrijver, dichter, muzikant en hoogleraar Engels. Hij werd geboren in Nigeria als kind van een Igbo vader en een Engelse moeder. Toen hij achttien maanden oud was, begon de Biafra-oorlog, waarbij de overwegend christelijke Igbo in de noordelijke regio Biafra zich wilden losmaken van de islamitische Nigeriaanse overheid. Hongersnood werd door het regime als wapen gebruikt. “I remember things like having to hunt for snails and bush meat,” herinnerde Abani zich daar later over.
Werk
Op school mocht geen aandacht worden besteed aan de oorlog, volgens Chris Abani omdat de Nigeriaanse regering nieuwe generaties rebellen wilde voorkomen. Een van zijn docenten hield zich daar niet aan en inspireerde Abani tot zijn eerste roman, Masters of the Board. Hij was toen nog maar zestien jaar oud. Het was het begin van een periode waarin hij regelmatig kritisch werk uitbracht, en arrestatie voortdurend op de loer lag. Als lid van een ‘guerilla-theatergroep’ voerde hij onder andere kritische voorstellingen op voor de deur van openbare gebouwen. In 1991 vluchtte hij naar Engeland en sinds 1999 woont en werkt hij in de Verenigde Staten.
Kalakuta Republic
De gruwelijkheden die Abani meemaakte in de Nigeriaanse gevangenis, inspireerde hem tot meerdere verhalen en gedichten. Hij verzamelde deze gedichten in de bundel Kalakuta Republic (2001), waarin ook Ode to joy is terug te vinden. Dit gedicht maakte veel indruk en gaf hem internationale bekendheid. Inmiddels heeft hij zes romans en zeven dichtbundels op zijn naam staan.
Waar gaat dit gedicht over?
“Ik stond doodsangsten uit en was volledig gebroken,” vertelde Chris Abani in 2007 over zijn ervaringen in de Kirikiri Maximum Security gevangenis in Lagos, Nigeria tussen 1985 en 1991. “Na in de gevangenis te hebben gezeten begreep ik wat het betekent om gemarteld te worden en hoe gemakkelijk menselijkheid van je kan worden afgenomen.” In de Ode to joy beschrijft hij een bijzonder wreed voorval: de dood van John James.
Marteling en repressie
In de eerste strofe leren we de veertienjarige John James kennen. Die zit vastgebonden aan een de stoel en wordt ruw ondervraagd, maar weigert een onschuldige man te verraden. Het betekent zijn dood: hij wordt aan de stoel genageld en bloedt dood. Om hem te eren zingen zijn medegevangenen strijdkreten in het Igbo, de taal van de opstandelingen in Biafra. De gevangenisbewaarders reageren als door een wesp gestoken. We lezen hoe gevangenen gemarteld worden; dat er geweren, messen en knuppels worden gebruikt om hen het zwijgen op te leggen.
John James
John James was de celgenoot van Abani en komt in meerdere van zijn gedichten voor. In het gedicht Buffalo soldier vertelt Abani dat James’ vader een kolonel was die naar Tsjaad vluchtte, waarna het regime zijn zoon gevangen nam en martelde. James huilde de week voor zijn dood iedere avond. Ode to joy beschrijft hoe hij uiteindelijk gruwelijk werd vermoord.
Ontstaan van dit gedicht
In 1984 publiceerde Chris Abani zijn eerste roman, Masters of the Board, waarin hij een fictieve staatsgreep tegen de Nigeriaanse overheid beschreef. Toen een jaar later daadwerkelijk een coup werd verijdeld, en de belangrijkste samenzweerder in het bezit bleek van de roman, werd Abani gearresteerd. Van december 1985 tot mei 1986 zat hij gevangen. Een jaar later werd hij opnieuw opgepakt en zat hij negen maanden vast in de Kirikiri Maximum Security Prison, en ook in 1990 en 1991 werd hij daar opgesloten en zelfs ter dood veroordeeld. Dankzij vrienden die de bewakers omkochten, kon hij echter naar Engeland vluchten. Daar beschreef hij zijn ervaringen in een aantal verhalen en gedichten, waaronder de Ode to joy, waarin hij stilstaat bij de wrede marteldood van de veertienjarige John James tussen april en juli 1991.
Ik heb een verhaal bij dit gedicht
Heeft dit gedicht een speciale betekenis voor jou? Herinner je nog wanneer je het voor het eerst hoorde bijvoorbeeld? Of ben je het ooit ergens onverwachts tegengekomen? Laat het ons weten op muurgedichten@taalmuseum.nl! We voegen jouw verhaal graag toe aan deze website.
Chris Abani in Leiden
Foto Inge Harsten
Dit gedicht is sinds september 2004 in Leiden te vinden, aan de Levendaal 81 (hoek Gerestraat) in Leiden. Het was het 96e muurgedicht dat door Stichting TEGEN-BEELD werd gerealiseerd. Over dichtregels heen is in grote rode letters de tekst ‘Oje wai wai, Moje oje wai, wai’ geschreven. Alsof de tekst steeds harder gezongen wordt. Het gedicht is uitgekozen door Ben Walenkamp en Jan Willem Bruins en past in een van de subthema’s van de gedichten in Leiden, namelijk: ‘Vrijheidsstrijders’.
Citaten
When a war is over, it takes another 10 years for a war to be really over
Chris Abani
Deze gedichten zijn de meest naakte, schrijnende uitdrukking van het gevangenisleven en politieke foltering die je je kunt voorstellen
Toneelschrijver Harold Pinter over Abani’s gevangenisgedichten.
The art is never about what you write about. The art is about how you write about what you write about.
Chris Abani
Chris Abani might be the most courageous writer working right now. There is no subject matter he finds daunting, no challenge he fears. Aside from that, he's stunningly prolific and writes like an angel. If you want to get at the molten heart of contemporary fiction, Abani is the starting point.
Schrijver Dave Eggers
We denken dat taal de wereld waarin we leven weerspiegelt, maar ik denk niet dat dit juist is. De taal creëert juist de wereld waarin wij leven.
Chris Abani, 2007.
Wist je dat?
- Oje wai wai, Moje oje wai, wai zijn woorden uit het Igbo. Het zijn kreten die in oorlogstijd door krijgers worden geuit.
- Chris Abani heeft voor zijn werk verschillende prijzen ontvangen, waaronder de Prins Claus Prijs in 2001.
- Sommige Nigerianen menen dat Abani hun land onrecht aandoet. Ze stellen dat John James, de hoofdpersoon uit dit gedicht, nooit echt heeft bestaan en er in de Kirikiri gevangenis alleen meerderjarigen werden vastgezet.
Chris Abani hield een TED-talk over menselijkheid. Bekijk hier On humanity.
Ode to joy
John James, 14
Refused to serve his conscience up
to indict an innocent man
handcuffed to chair; they tacked his penis
to the table
with a six inch nail
and left him there
to drip
to death
3 days later
Risking death; an act insignificant
in the face of this child's courage
we sang:
Oje wai wai,
Moje oje wai, wai.
Incensed
they went
on a killing rampage
Guns
knives
truncheons
even canisters of tear-gas,
fired close up or
directly into mouths, will
take the back
of your head off
and many men
died singing,
that night.
Notes caught,
surprised,
suspended
as blows bloodied mouths
clotting into silence.
Meer weten?
Dit lemma is geschreven door Anne Wielenga in samenwerking met het Taalmuseum. De vertaling naar het Engels is gemaakt door Rianne Koene. Er is gebruik gemaakt van de volgende publicaties:
- Goodreads over Chris Abani
- Feffer, J. (2010) in Huffington Post
- Poetry Foundation over Chris Abani
- The Guardian
- Website Chris Abani
- Wikipedia over Chris Abani
- Christopher Abani, vertaling Jabik Veenbaas, Maar mijn hart is onvergankelijk / My Heart is Unending; Selected Poems in Bilingual Dutch/English Edition (Wagner and Van Santen, 2003)
- Chris Abani, Kalakuta Republic (London: Saqi books 2000).