Aan de zee
Zee, jij mag
blijven zoals je bent.
Zee, jij mag
altijd jezelf zijn.
Zee, jij mag
op oude wrakken beuken
op zinkende scheepsmasten
groenige algen zaaien.
Zee, jij mag
als jij niet anders meer kan
Razen
Zee, jij mag!
Waarom mogen wij dit niet?
Vertaling: Indra Makstenieks
Is het Lets jouw moedertaal en wil je dit gedicht graag inspreken? Neem dan contact met ons op via muurgedichten@taalmuseum.nl!
Ontdek dit gedicht in een minuut
Hoe laat je je stem horen in een onderdrukkend politiek systeem? In Sovjet-Letland was poëzie soms politiek. Zoals in dit gedicht, waarin Nora Kalna zich afvraagt waarom de Oostzee zo veel vrijheden geniet die de mensen moeten missen.
Meer weten? Je kunt op deze website het gedicht beluisteren, je verdiepen in de totstandkoming en de maker en ontdekken wat Leidenaren ervan vinden.
Nora Kalna
Rucava, Letland 1939
Nora Kalna groeide op in de regio Koerland, aan de Oostzee. In 1963 ging ze in Liepāja journalistiek studeren en verschenen haar eerste gedichten in de krant. Drie jaar later studeerde ze af, en vervolgens werkte ze voor kranten, uitgevers en de Letse radio. Ook vertaalde ze Russische en Turkmeense poëzie. Sinds 1971 woont ze in Riga.
1968
In 1968, het jaar dat Kalna het gedicht schrijft, vonden in West-Europa in veel landen confrontaties plaats tussen jongeren en het gezag. Ook in Oost-Europa liet een nieuwe generatie van zich horen. Zij waren ontevreden over de Russische dominantie en het gebrek aan vrijheid. In Tsjechië kwam het dat jaar tot een echte opstand, de Praagse Lente, die bloedig werd neergeslagen. In Letland kwam het niet zo ver maar zochten intellectuelen ook naar manieren om hun stem te laten horen. Kalna was een van hen.
Ander werk
Naast gedichten schreef Kalna verschillende boeken, maakte ze vertalingen en reisverhalen en schreef ze voor tijdschriften. In haar werk zijn relaties een terugkerend thema.
Waar gaat dit gedicht over?
Dit gedicht, dat in 1968 verscheen toen Letland nog onder sterke Russische invloed stond, gaat over vrijheid. De dichter vraagt zich af waarom de zee wel zichzelf mag zijn, maar het volk niet. Het is provocatief, ook omdat voor het dichten strenge regels golden. Sommige woorden waren verboden. Alleen specifieke woorden mochten rijmen op ‘Stalin’ of ‘Lenin’. Ook de beschrijving van de natuur mocht niet meer dan een vierde deel van het gedicht beslaan. Poëzie was dus politiek.
Jūrai: de Oostzee
De titel, Jūrai, is Lets voor Oostzee. Die kan doen wat hij wil: schepen vernietigen, het land overspoelen, algen zaaien, stormen, ontzagwekkende natuurkrachten losmaken - de zee hoeft zich nergens voor te verantwoorden. Het is iets om jaloers op te zijn, vooral als je zelf zo veel beperkingen ervaart.
Ontstaan van dit gedicht
In 1940, tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd Letland bezet door Russische troepen. Het land werd datzelfde jaar onderdeel van de Sovjet-Unie. De nieuwe machthebbers voerden een beleid gericht op russificatie: bevordering van het Russisch ten koste van het Lets. Na het overlijden van Jozef Stalin in 1953 leek er meer ruimte te komen voor afwijkende stemmen en Letse cultuur, maar dat viel tegen. Jongere generaties zochten in de jaren 1960 naar manieren om hun onvrede daarover te uiten. Zo ook Nora Kalna, die in 1966 afstudeerde als journaliste. Twee jaar later verscheen haar eerste bundel, waarin dit gedicht is opgenomen.
Stadsverhalen
Theatermaker Erik Siebel interviewde huiseigenaren en betrokkenen over de Leidse muurgedichten. Beluister hier het interview met Hein van Woerden, voormalig chef kabinet van de burgemeester en betrokken bij de onthulling: 'Zelden heb ik iemands dood zo verwelkomd…'
Tijdsduur: 8.06 minuten.
Transcriptie
Nou, mijn herinneringen aan het totstandkomen van het gedicht Jūrai op het pand aan de hoek Rapenburg-Scheepmakerssteeg - daar heb ik nog uitermate warme herinneringen aan. En heel bijzondere herinneringen.
Op een bepaald ogenblik in 2004 meldde zich bij de burgemeester de ambassadeur van Letland, mevrouw Baiba Braže. Ze was getrouwd met een Nederlander en ze was een aantal keer in Leiden geweest, en was bijzonder onder de indruk geraakt van de muurgedichten van de Stichting TEGEN-BEELD. Maar ze kwam niet zomaar: er was een staatsbezoek in voorbereiding van de president van Letland, mevrouw Vaira Vīķe-Freiberga. Dat zou het eerste staatsbezoek van een president van Letland aan Nederland worden. Letland was toen eigenlijk net onder het juk van de Russen vandaan gekropen. Voor dat staatsbezoek was ook een bezoek aan Leiden gepland, waaronder aan de universiteit en daar zou ze een mooie speech gaan houden. Maar het leek de ambassadeur een heel erg goed idee om bij dat bezoek ook nog eens een Lets gedicht op de muur te krijgen en die door de president te laten onthullen. Nou, dat werd dus besproken met de burgemeester en die vond dat ook wel een aardig idee. Ik zat bij dat gesprek en hij vroeg dus aan mij om contact op te nemen met Stichting TEGEN-BEELD en dat heb ik gedaan. En onmiddellijk zag ik allerlei Letse beren op de weg, om het zo maar eens te zeggen. Er zouden in het project van TEGEN-BEELD, Gedichten op Muren heette dat, 101 gedichten komen en dat aantal was al uitgegeven. Er waren al iets van 99 gedichten op de muur gezet, één was al vergeven aan iets anders en nummer 101 was een soort slotapotheose en dat was bestemd voor een gedicht dat door de Stichting TEGEN-BEELD zelf helemaal in eigen beheer zou worden gemaakt en op een muur zou worden gezet. En bovendien hadden ze ook wel eens gekeken naar dichtwerk uit Letland, maar ze hadden niets gevonden wat een bijzondere kwaliteit had. Dus was het antwoord: nee.
Maar ja, daar nam onze ambassadeur Baiba, een nogal ravissante roodharige diplomate, roemrucht binnen het Haagse diplomatieke wereldje, in het geheel geen genoegen mee. Boze tongen beweren dat ze uit was op een post in Londen of Washington, en daar kon een Leids muurgedicht, onthuld door de president zelf, natuurlijk heel goed bij helpen. Het was haar maar niet duidelijk te maken dat de gemeente geen opdrachtgever was voor de gedichten, maar dat de selectie ervan en het uitzoeken van de locaties alleen aan de Stichting TEGEN-BEELD was voorbehouden. Nou, daar moest naarstig naar een oplossing worden gezocht, TEGEN-BEELD wilde wel meewerken aan het schilderen van een of ander gedicht, maar dan ergens in een tuin of een gebouw en dus niet zichtbaar vanaf de straat. Maar onze Baiba persisteerde in haar wens om het gedicht publiekelijk te zien te laten zijn, dus vanaf de straat. Vele oplossingen, halve oplossingen en géén oplossingen volgden, het begon al aardig tijd te worden. En uiteindelijk kwamen we bij de universiteit terecht. En met veel zuchten en steunen werd de universiteit bereid gevonden om een Lets gedicht in de hal van de Sterrewacht toe te staan. TEGEN-BEELD wilde dat dan wel verzorgen. Ik belde erg opgelucht Baiba de ambassadrice met de vrolijke mededeling dat we een mooie plek hadden gevonden. Je wilt het niet geloven, maar binnen een half uur stond ze op de stoep in Leiden. Het werd een drama. De Sterrewacht moest nog worden gerestaureerd en het was een onvoorstelbare bende in die hal. De verf bladderde gewoon naar beneden, er stonden allerlei fietsen en rotzooi, het was één grote troep. Dat overziende zei Baiba: nē! In gewoon Nederlands betekent dat: nee. Het gedicht was niet vanaf de openbare weg te zien, en in die troep kon je toch geen president ontvangen! En hoe we ook zeurden dat na de restauratie de Sterrewacht voor iedereen toegankelijk zou zijn, ze bleef halsstarrig weigeren. Maar dat staatsbezoek kwam steeds dichterbij. Er zaten nog maar drie weken tussen. Er werd topberaad gehouden tussen de gemeente Leiden en de universiteit en natuurlijk ook met TEGEN-BEELD, en die wilden ook nog steeds niet. Zelfs Buitenlandse Zaken begon er zich mee te bemoeien. De zaak zat letterlijk muurvast - een mooie uitdrukking in dit kader van muurgedichten. Nog maar tweeënhalve week, en het zou voor de ambassadeur geen Londen of Washington meer worden.
Toen moest ik aan het volgende denken - later overigens -: Johann Sebastian Bach schreef een prachtig lied: ‘Komm, süßer Tod’. En hier kwam de zoete dood als een deus ex machina uit de lucht vallen, want twee weken voor het staatsbezoek overleed prinses Juliana. Dat was op 20 maart 2004. ‘t Is natuurlijk wel heel erg ongepast, maar zelden heb ik iemands dood zo verwelkomd als die van de lieve Juliana. Het staatsbezoek werd afgelast. Lucht en ruimte om alles nog eens rustig met alle betrokkenen na te lopen. TEGEN-BEELD had inmiddels de dichteres Nora Kalna ontdekt en vond dat er een gedicht van haar was van een heel hoog niveau. En uiteindelijk werd voorgesteld om dát op een openbare muur, dus vanaf de straat zichtbaar, aan te brengen. Iedereen blij. En toen het uitgestelde staatsbezoek alsnog plaatsvond, hield de president van Letland op 18 januari 2005 een mooie speech in het Groot Auditorium van de universiteit en wandelde ze daarna samen met koningin Beatrix over het Rapenburg naar de hoek van de Scheepmakerssteeg. De president onthulde het bordje met de vertaling en ze las het gedicht voor. Eind goed, al goed, want ambassadeur Baiba Braže werd in 2016 benoemd tot ambassadeur in Londen! En in een interview verklaarde ze, dat het eerste wat zij vanaf de boot van het Verenigd Koninkrijk zag, de White Cliffs of Dover waren.
Toen moest ze wel direct denken: ‘t is wel een mooie plek voor een muurgedicht.
Ik heb een verhaal bij dit gedicht
Heeft dit gedicht een speciale betekenis voor jou? Herinner je nog wanneer je het voor het eerst hoorde bijvoorbeeld? Of ben je het ooit ergens onverwachts tegengekomen? Laat het ons weten op muurgedichten@taalmuseum.nl! We voegen jouw verhaal graag toe aan deze website.
Nora Kalna in Leiden
Foto: Inge Harsten
Op 18 en 19 januari 2005 kreeg Leiden hoog bezoek: het was het eerste officiële staatsbezoek van een Lets staatshoofd aan Nederland ooit. Dit was ook het moment dat het 99ste muurgedicht, een Lets gedicht, onthuld kon worden, aan de Scheepmakerssteeg 2. Niemand minder dan de Letse president, Vaira Vīķe-Freiberga, deed dit door de Leidse vlag voor het gedicht te verwijderen. Ook koningin Beatrix, de burgemeester van Leiden Henri Lenferink en staatssecretaris Mark Rutte waren hierbij aanwezig.
Het Lets
De Letse taal behoort tot de Baltische tak van de Indo-Europese taalfamilie en is sterk beïnvloed door het Duits. Wat meteen opvalt zijn de streepjes boven de klinkers, die de lengte van de klinker of de intonatie aangeven. Daardoor wordt het Lets ook wel een pitch-accenttaal genoemd: door het verschillend intoneren van een lettergreep, ontstaat er een verschil in betekenis. Ook kent het Lets de cedille (de haakjes onder bepaalde letters) bij de G, K, L en N. Dit betekent dat er na de medeklinker een ‘j’ uitgesproken moet worden. Wie goed kijkt, ontdekt ook dat het Lets geen lidwoorden kent.
Let op: dit gedicht is helaas niet meer op de muur te zien. Mogelijk wordt het in de toekomst gerestaureerd.
Citaten
Letland is als een champagnefles, die lange tijd - zevenhonderd jaar! - in een donkere kelder lag en plotseling geopend werd door de achteloze Tijd. Veel van de bruisende inhoud is door het plafond en op de vloer gegaan, maar er is nog steeds genoeg over in de fles om tipsy van te worden, omdat de wijn oud en goed is.
Schrijver Kārlis Skalbe (1879 - 1945)
Wist je dat?
- In Letland spreekt maar tweederde van de bevolking de Letse taal. De grootste minderheidstaal erna is het Russisch (33%). Deze verdeling zorgt al jaren voor onenigheid, omdat de Letten de Russische taal zo veel mogelijk buiten de deur willen houden. In 2012 werd er een poging gedaan om via een referendum het Russisch als tweede officiële taal in te stellen, maar dit is afgewezen.
- Letland werd in 1991 onafhankelijk. Alleen de nakomelingen van degenen die voor de Tweede Wereldoorlog Lets staatsburger waren, kregen automatisch het Letse staatsburgerschap. Alle andere inwoners moesten eerst een examen doen in Letse taal en geschiedenis om het staatsburgerschap te verkrijgen.
Jūrai
Jūra, tu drīksti
palikt, tāda kā esi,
jūra, tu drīksti
vienmēr "tu pati" būt ...
Jūra, tu drīksti
sadauzīt vecus vrakus,
uz grimušu kuġu mastiem
zaļganas aļġes sēt.
Jūra, tu drīksti,
ja vairs citādi nespēj, -
trakot:
Jūra, tu drīksti!
Kāpēc nedrēkstam mēs?
To the sea
Sea, you're allowed
to stay as you are,
Sea, you're allowed
always to be yourself...
Sea, you're allowed
to break up old wrecks,
On masts of sunken ships,
to sow green algae.
Sea, you're allowed
if you're otherwise -
rage:
Sea, you're allowed!
Why aren't we?
Translation: Dr. Arvīds Ziedonis jr.
Meer weten?
Dit lemma is geschreven door het Taalmuseum in samenwerking met Anne Wielenga. De vertaling naar het Engels is gemaakt door Emma Knapper. Er is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:
- Nora Kalma, Gliemežvāki uz plaukstas (Snails on the Palm), 1968
- Contemporary themes in the literature of Soviet Latvia.
- LITHUANIAN QUARTERLY JOURNAL OF ARTS AND SCIENCES
- Nieuwsarchief Universiteit Leiden
- Skujenieks, K. (2004) in Trouw
- Geschiedenis van Letland, via Wikipedia
- Lets, via Wikipedia
- Nora Kalna, via Wikipedia
- Landenweb.nl
- SlavischeStudies
- Tomas Ancytis (2013), via VoxEurop.eu
- Postimees (2012), via Voxeurop.eu