O
O, dat ik ooit nog eens
een vers met o beginnen mocht,
dat het dan ongezocht een ode
werd waarin zeg maar een dode
dichteres tot leven kwam
ofwel een warm lief lijf
tot marmer werd waardoor
voor wie daarvoor gevoelig is
een adem ging als was het
leven nu voorgoed betrapt.
Maar nee, wat bij mij ingaat
moet bezinken,
verdicht zich tot een sprake-
loos substraat
dat roerig wordt en uit wil breken
en soms vermomd de mond verlaat.
O, klonk het nog eens ongehinderd.
Listen to this poem in Dutch.
Voiced by: Lex van Itterson
Jan Eijkelboom
Slikkerveer 1926 – Dordrecht 2008
Share your story
Does this poem hold a special place in your heart? For example, do you remember when you first read the poem? Or did you come across it someplace unexpected? Let us know at muurgedichten@taalmuseum.nl! We would love to add your story to our website.
Jan Eijkelboom in Leiden
Photo Inge Harsten
Dit gedicht is op muziek gezet door de Leidse band Street fable.
Learn more
This entry was written by Het Taalmuseum in collaboration with Nikki Spoelstra. The following publications were consulted:
- Brems, Hugo. Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2013.
- Fens, Kees. “De taal had het goed bij Jan Eijkelboom”. De Volkskrant, 28 februari 2008.
- Freriks, Kester. “Geen spijt, geen trots”. NRC Handelsblad, 12 januari 2001.
- Gemeren, Rémon van. Een bezetenheid zo bijna kalm. De poëzie van Jan Eijkelboom. Dordrecht: Uitgeverij Liverse, 2013.
- Monna, Janita. “In Memoriam Jan Eijkelboom (1926-2008)”. De Groene Amsterdammer, 7 maart 2008.
- Perre, Rudolf van de. “J. Eijkelboom, een gouden dichter”. Ons Erfdeel 26 (1983). Geraadpleegd via DBNL.org.